Bij twijfels over het gehoor of als uw kind langzamer spraak of taal ontwikkelt dan leeftijdsgenoten zal de KNO-arts uw kind verwijzen naar het audiologisch centrum voor gehooronderzoek. Het gehoor kan op veel verschillende manieren onderzocht worden. Er zijn onderzoeken waarbij uw kind moet meewerken maar er zijn ook onderzoeken die niet afhankelijk zijn van de reacties van uw kind. Welk onderzoek uw kind krijgt hangt met name af van de leeftijd van uw kind.
Subjectieve gehooronderzoeken
Bij deze gehooronderzoeken is de reactie van uw kind op geluiden belangrijk. gehoorverlies kan een afwijkend testresultaat geven maar als het kind de test niet begrijpt, moe is of ‘geen zin’ heeft kan dat ook een afwijkend testresultaat geven.
- Vrije veld audiometrie: het gehoor van kinderen tussen de 0 en 3 jaar wordt meestal onderzocht met vrije-veld-audiometrie. Het kind zit op schoot bij een bekende volwassene tussen twee luidsprekers. Uit één van de luidsprekers komt een geluid. Als het kind bij het horen van het geluid direct reageert door de kant op te kijken waar het geluid vandaan komt, wordt het kind beloond door een tekenfilmfragmentje of het verlichten van een popje of paardje Wanneer het kind doorheeft dat het beloond wordt als het op geluiden reageert, kan een behoorlijk betrouwbare gehoortest worden afgenomen. Dit onderzoek geeft informatie over het reageren op geluiden van verschillende toonhoogte. het geeft geen specifieke informatie per oor.
- Speldaudiometrie: bij de meeste kinderen van rond 3 jaar wordt gehooronderzoek in de vorm van een spelletje met de hoofdtelefoon op afgenomen. Vaak wordt daar een blokkendoos voor gebruikt. Uw kind krijgt een koptelefoon op en wacht tot er een piep klinkt: dan mag er een blokje in de doos gedaan worden of een knikker door de knikkerbaan of een houten pen in de “hamertje tik” geslagen worden. Omdat het een spel is is uw kind meer gemotiveerd om geconcentreerd aan de test deel te nemen. Bij dit onderzoek krijgen we specifieke informatie over beide oren.
Objectieve onderzoeken
Bij objectieve gehooronderzoeken wordt een gedeelte van het gehoororgaan zonder dat het kind mee hoeft te werken. Deze tests kunnen al vanaf de geboorte worden gedaan, bijvoorbeeld als het kind slaapt.
- Oto-akoestische-emissie (OAE)-onderzoek: dit onderzoek geeft een indruk over het functioneren van het binnenoor. Uw kind krijgt een dopje in zijn oor, waarmee de reactie op verschillende geluiden wordt gemeten.
- Tympanogram: dit onderzoek geeft een indruk van het functioneren van het middenoor. Uw kind krijgt een dopje in het oor, waarmee bij variërende druk de beweeglijkheid van het trommelvlies wordt gemeten. Een goed functionerend trommelvlies bij een luchthoudend middenoor beweegt bij het aanbrengen van luchtdrukveranderingen. Deze beweeglijkheid wordt vastgelegd in een curve en zichtbaar gemaakt op een beeldscherm of op een uitgeprinte grafiek. Bij kinderen met een gehemeltespleet zit er nogal eens vocht achter het trommelvlies en dan reageert het trommelvlies slecht of niet op deze luchtdrukveranderingen.
- BERA-onderzoek: BERA staat voor Brainstem Evoked Response Audiometry. Geluid wordt in het binnenoor omgezet in kleine elektrische signalen, die via de gehoorzenuw worden doorgegeven aan de hersenen, waarna gewaarwording van het geluid plaatsvindt. Deze elektrische signaaltjes kunnen in een deel van de hersenen, de hersenstam, worden gemeten. Het kind heeft een hoofdtelefoon op en vier elektroden op het voorhoofd. Er worden geluiden, korte klikjes, via een hoofdtelefoon aangeboden. Als we verwachten dat uw kind tijdens de test niet stil blijft liggen, kan uw kind in overleg in een lichte slaap gebracht worden (een korte ondiepe narcose). Dit onderzoek geeft informatie over de gehoorzenuw maar ook over middenoor en binnenoor.