Bijwerkingen die later optreden
De (inwendige) bestraling van de bovenkant van de vagina kan bijwerkingen geven waar U pas maanden tot jaren later last van krijgt.
- Plasklachten. Vaker plassen, meer aandrang of juist minder goed aanvoelen wanneer U moet plassen, kan een gevolg zijn van de behandeling. Soms kan dit kan dit leiden tot ongewild (weinig) urineverlies, vooral bij ‘druk verhogende momenten’, zoals hoesten, lachen of tillen. Soms is er urineverlies als U heel nodig moet plassen. Een enkele keer zit er bloed bij de urine. Dit kan duiden op bestralingsschade aan de blaaswand en gaat meestal over.
- Veranderde ontlasting. Vaak merkt U dat U vaker ontlasting krijgt. Ook kan de ontlasting dunner blijven dan voorheen. Een enkele keer kunt perioden met krampen in de buik en diarree hebben. Ook kan U meer last hebben van een opgeblazen gevoel en winderigheid. Soms treedt er bloedverlies bij de ontlasting op. Dit kan duiden op bestralingsschade aan de wand van de endeldarm.
Als u last heeft van één van bovengenoemde bijwerkingen, vertel dat dan tijdens het eerstvolgende consult met uw behandelend arts. Of maak eerder een afspraak bij aanhoudende klachten.