Besmetting met de parasiet Toxoplasmose gondii, die leidt tot toxoplasmose, kan leiden tot slechter cognitief presteren. Lies de Haan en Arjen Sutterland, onderzoekers van Amsterdam UMC, vergeleken het cognitief functioneren van mensen met en zonder Toxoplasmose gondii besmetting. Zij publiceerden deze week in het tijdschrift JAMA Psychiatry.
Kattenparasiet
Toxoplasmose gondii, kortweg Toxo, is een eencellige parasiet die wijdverbreid voorkomt onder warmbloedige dieren. Je kunt ermee besmet raken als je in contact komt met ontlasting van katten (kattenbak, openbare zandbak of tuin), via rauw of onvoldoende verhit vlees en ongewassen groente. Mensen merken de infectie vaak niet op omdat die zelden tot ziekteverschijnselen leidt en als dat wel zo is, zijn het vage voorbijgaande symptomen als moeheid, lusteloosheid of soms koorts. Voor zwangere vrouwen is het een beruchte parasiet omdat een besmetting kan leiden tot een miskraam of aangeboren afwijkingen. Ongeveer 1 op de 3 mensen is besmet met Toxo. “De parasiet kan de bloed-hersenbarrière passeren en daar als inactieve infectie achterblijven in de neuronen”, aldus Arjen Sutterland.
Onderzoek leek er al op te wijzen dat de parasiet in verband gebracht kan worden met psychiatrische aandoeningen (bipolaire stoornis) maar ook met suïcidepogingen en verkeersongelukken. Sutterland: “Toxo infecteert alle warmbloedige dieren maar kan zich alleen voortplanten in de darmen van katachtigen. De parasiet heeft er dus baat bij om in de darmen van een kat terecht te komen. Bij muizen en ratten beïnvloedt de parasiet hun gedrag, ze rennen minder vlak langs muren en meer op onbeschutte plekken en hun reactietijd wordt trager. Hierdoor worden ze een makkelijkere prooi. Kortom: ze worden sneller opgegeten door katten”. Dit is indirect bewijs dat de parasiet gedrag beïnvloedt.
Meta-analyse
Voor dit onderzoek zijn 13 studies geanalyseerd. Samen goed voor een totaal van 13.289 gezonde deelnemers. Zij hebben een gemiddelde leeftijd van 47 jaar, 49.6% is man en 22.6% had antilichamen tegen Toxo. Deelnemers met psychiatrische aandoeningen werden niet geincludeerd bij dit onderzoek, juist om meer helderheid te krijgen of Toxo besmetting geassocieerd is met veranderde cognitieve prestaties. Bij vorige onderzoek bleef dit een kip-ei probleem. Zorgt de psychiatrische aandoening voor gedrag waardoor mensen sneller een Toxo besmetting oplopen of zorgt een Toxo besmetting voor psychiatrische aandoeningen? De onderzoekers ontdekten dat mensen met antilichamen tegen Toxo in hun bloed een grotere kans hebben op verminderd cognitief presteren, ze presteerden slechter op alle onderdelen van cognitief functioneren die werden onderzocht. Dit wijst samen met eerder onderzoek op mentale gezondheidsschade door Toxo.
Deze meta-analyse is de eerste die de associatie tussen Toxo besmetting en cognitieve prestaties in gezonde mensen onderzoekt. Sutterland: “Ook al is het gemeten effect niet groot, gezien het grote aantal mensen dat wereldwijd besmet is met deze parasiet kunnen de effecten van verminderd cognitieve presteren door Toxo toch een grote impact hebben.” De uitkomsten van dit onderzoek hebben implicaties voor hoe wij om willen gaan met deze parasiet. Vragen die dit onderzoek oproepen zijn onder andere hoe we de cyclus van de parasiet willen gaan doorbreken. Naast hygiëne kan in de toekomst het vaccineren van katten of mensen hierbij een rol spelen.
Lees hier de publicatie in JAMA Psychiatrie
Tekst: Charlotte Nuijten