Bij dit onderzoek vragen we een tweetal oefeningen een paar keer uit te voeren:
- Bij de eerste wordt gevraagd om zo diep mogelijk in te ademen en zo krachtig mogelijk uit te blazen en door te blijven blazen totdat u niet meer verder kunt en daarna weer zo krachtig en diep mogelijk inademen; dit wordt 'flowvolume' genoemd.
- De tweede oefening is dat u vanuit een gewone uitademing rustig helemaal leeg moet blazen tot u niet meer verder kunt en dan rustig zo diep mogelijk weer inademen. De maximale hoeveelheid lucht die u kunt in- en uitademen, wordt de 'vitale capaciteit' genoemd.
Al lijken de twee oefeningen veel op elkaar, toch wordt er bij elke oefening iets anders gemeten. Bij de eerste oefening wordt o.a. gemeten hoe hard u kunt blazen (peakflow), de maximale hoeveelheid lucht die u in één seconde kunt uitblazen (éénsecondewaarde) en de totale hoeveelheid lucht die u bij deze oefening blaast (geforceerde vitale capaciteit). Bij de tweede oefening wordt o.a. de maximale hoeveelheid lucht die u kunt in- en uitademen gemeten.
Beide oefeningen kunnen ook nog worden herhaald nadat u een dosis luchtwegverwijdende medicijnen heeft gekregen. De arts wil soms weten wat de reactie van uw longen hierop is: het kan zijn dat na de medicatie een of meer van de bovengenoemde waarden zijn toegenomen.