Verwijsindicaties voor cardiogenetica en bindweefselziekten.
Patiënt met cardiomyopathie
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM)
- indien secundaire LVH onwaarschijnlijk
Gedilateerde cardiomyopathie (DCM)
- indien andere bekende oorzaken onwaarschijnlijk
Aritmogene cardiomyopathie (ACM)
- Conform de ARVC Taskforce criteria
- Restrictieve cardiomyopathie (RCM)
- Non-compactie cardiomyopathie (NCCM)
- Peripartum cardiomyopathie (PPCM)
- Metabole cardiomyopathie
Patiënt met primaire aritmie syndromen
- Lang QT syndroom (LQTS)
- Brugada syndroom (BrS)
- Catecholaminerge geïnduceerde polymorfe VT (CPVT)
- Kort QT syndroom (SQTS)
Patiënt met idiopathisch Ventrikelfibrilleren (VF)
Patiënt met bicuspide aortaklep (BAV) bevestigd familiair of in combinatie met dilatatie van de aortawortel (>45mm <50 jaar)
Patiënt met aneurysma (dissectie/ruptuur) van thoracale aorta met:
- leeftijd bij diagnose < 50 jaar odiagnoseleeftijd 50-60 jaar, mits géén hypertensie
- belaste familiegeschiedenis
- syndromale kenmerken
Patiënt met hypermobiliteit alléén verwijzen indien voldaan aan ten minste één van de volgende criteria:
- verdenking Ehlers Danlos Syndroom van het klassiek type op basis van opvallend zachte en/of elastische huid
- verdenking Ehlers Danlos Syndroom van het vaattype op basis van bijvoorbeeld duidelijk afwijkende (vloeipapier dunne) littekens en/of ernstig onverklaard bloedverlies na een ingreep of scheur in de interne organen en/of objectief slechte wondgenezing
- verdenking Ehlers Danlos Syndroom van een ander zeldzaam type: graag specificeren waarom
- verdenking Marfan syndroom op basis van verwijding aortawortel, Marfan habitus, lensluxatie/andere oogafwijking, pectusafwijking en/of spontane pneumothorax
- verdenking Osteogenesis Imperfecta (OI) op basis van gehoor-/oog- en/of skeletafwijkingen (bijv. recidiverende fracturen)
- zie ook FAQ – Frequently Asked Questions: ‘ik heb een patiënt met (vermoeden) hypermobiliteit’
Patiënt met verdenking op erfelijke vetstofwisselingsstoornis:
- Aanvraag DNA-diagnostiek kan via 1e of 2e lijn, zie voor informatie en procedure
- Toch liever verwijzen? Verwijzingen voor DNA-diagnostiek worden alleen geaccepteerd indien wordt voldaan aan >6 punten op diagnose-schema FH; graag deze informatie meesturen.
Patiënt niet aangedaan, wel eerstegraads familielid met:
- plotse hartdood < 45 jaar (of <50 jaar bij afwezigheid van risicofactoren)
- onverklaarde cardiomyopathie vastgesteld bij obductie
- onverklaarde TAAD vastgesteld bij obductie
- aangetoonde erfelijke aanleg voor een cardiologische aandoening (bij voorkeur eerstegraads verwant)
- aangetoonde erfelijke aanleg voor een bindweefsel aandoening (bij voorkeur eerstegraads verwant)
- NB: indien erfelijkheidsonderzoek bij een aangedaan familielid mogelijk is, bij voorkeur deze persoon zelf (laten) verwijzen
Voor vragen over erfelijkheidsonderzoek overleg met de dienstdoende van de Klinische genetica via telefoonnummer 06-50079597 (locatie AMC) of 06-25716020 (locatie VUmc). Let op: dit nummer is alleen voor zorgprofessionals.
Voor vragen over behandeling adviseren wij overleg met de afdeling Cardiologie of Vasculaire Geneeskunde. Zie ook de website artsengenetica.nl.