Het gebruik van lachgas kan angstige of gestresste kinderen helpen om te ontspannen tijdens medische ingrepen. Met dit idee wonnen kinderartsen Chris de Kruiff en Roos van der Plas de innovatieprijs Vrouw/Kind van het VUMC en AMC.
"We zien in de praktijk regelmatig kinderen die bang zijn of niet begrijpen wat hen overkomt. Laatst nog, een kindje met ernstige malaria. Die moest echt een infuus, maar het lukte niet. Het kind was zo in paniek dat we het met meerdere mensen moesten vasthouden. Dat is heel naar. Voor het kind, maar ook voor de ouders. Je zou dan willen dat het anders kan", vertelt AMC-kinderarts Chris de Kruiff.
Haar VUmc-collega Roos van der Plas sluit zich daar bij aan: "We moeten soms dingen doen die moeilijk zijn uit te leggen aan een kind, of die simpelweg pijnlijk zijn. Er zijn middelen die je kunt geven, maar die volstaan niet altijd en narcose is vaak veel te zwaar. Een kind onder algehele anesthesie brengen is een grote keuze. Zeker als het gaat om een ingreep die kort duurt en niet heel erg pijnlijk is.”
Lachgas kunnen aanbieden als kalmerend, angstverminderend en pijnstillend middel lijkt een ideale aanvulling, bedachten de twee kinderartsen. Ze wonnen er de innovatieprijs Vrouw/Kind mee die AMC en VUmc instelden voor vernieuwende ideeën binnen het nog vorm te geven samenwerkingsverband.
Op maat inzetten
De voordelen van lachgas lijken legio: lachgas ontspant, maar het kind kan nog wel reageren en het kan aangeven wat het voelt of signaleert. Daarbij werkt lachgas snel – binnen 2 tot 4 minuten. En je hoeft er niet nuchter voor te zijn. Met behulp van een handzaam en kort protocol met duidelijke criteria kan lachgas snel ingezet worden – in tegenstelling tot algehele anesthesie bijvoorbeeld.
De Kruiff: “Het plan is niet om het nu ineens standaard te gebruiken. Het is een middel dat we op maat kunnen inzetten. De uitdaging is om een medische situatie niet te belastend te maken voor het kind én de ouders. Het gaat om het creëren van een veilige omgeving: rustige ouders helpen ook om het kind te laten meewerken. Eerst kijken we hoe we het kind kunnen afleiden. En dan gaan we na of het aanbieden van lachgas een optie is”, stelt De Kruiff.
Vroeger Het gebruik van lachgas als vorm van anesthesie was vóór de jaren zestig gemeengoed. Dat veranderde omdat fysieke klachten van het medisch personeel in die tijd vaak aan lachgas werden geweten, zoals onvruchtbaarheid. Op advies van de IGZ werd het alleen nog toegepast in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld op een operatiekamer met strenge controles.
Inmiddels is er veel meer bekend. Er zijn goede arbo-regels over de luchtveiligheid bij gebruik van lachgas bijvoorbeeld, en controles. Tandartsen en sommige Nederlandse ziekenhuizen werken inmiddels al met lachgas bij kinderen.
In 2013 kwam de Nederlandse Vereniging van Kinderartsen met een uitgebreide richtlijn over sedatie en pijnstilling bij kinderen buiten de operatiekamers. Hierbij is ook veel aandacht voor de benadering van patiëntjes. “Wij dachten: het kán toch niet dat zo'n groot medisch centrum als het onze, zeker als we straks samengaan, geen lachgas kan aanbieden?”, aldus Van der Plas. “Vergeet niet dat deze mogelijkheid ook de ouders helpt. Die moeten soms hun eigen kind in bedwang houden, terwijl het niet wil. Dat is heel vervelend. Als ouders zelf gestresst zijn, heeft dat weer zijn weerslag op het kind.”
De Kruiff: “We staan nu voor de uitdaging om de inzet van lachgas bij kinderen werkelijk te regelen. Dat betekent dat we moeten zorgen voor de aanschaf van mobiele lachgasapparaten en personeel moeten trainen in het gebruik ervan. We willen als VUmc en AMC samen optrekken in de opzet van het project.”
Door Loes Magnin