Ze heten Anneke (Pleiter), Wytske (Zuijdendorp), Ank (Bredewold), Lucy (Zom) en Ineke (Siersema) en werken regelmatig samen onder de naam AWALI.
Vijf kunstenaars die werken op de grens van toegepaste en vrije kunst. In de jaren ’80 vormden ze het Amsterdamse textielkunstcollectief STOV. Na tien jaar hieven ze zichzelf feestelijk op – ‘Er moest brood op de plank, we waren allemaal heel hard aan het werk in onze diverse banen,’ aldus Wytske Zuijdendorp. Maar ze hielden contact en bleven met een zekere regelmaat samenwerken en ideeën uitwisselen. ‘Toen werd Anneke 50 en maakten we allemaal een speldenkussen als verwijzing naar en een eerbetoon aan haar werk als theatervormgeefster en kostuumontwerper. Zo is het begonnen’. Maar AWALI wilde meer. ‘Honderd speldenkussens, dat was ons streven. Teveel voor vijf mensen.’ Begin 2011 namen ze daarom het initiatief voor een tentoonstelling over ‘de prikkelende werking van de speld en haar verhouding tot het kussen’. Ze benaderden 20 vakbroeders uit diverse disciplines – onder andere textielkunstenaars, goudsmeden en keramisten – en samen maakten ze een reizende thematentoonstelling onder de naam ‘Spelden Kussen’. Een ‘handwerktraditie in een nieuw jasje gestoken’, noemen ze het zelf. Lichtvoetige, stekelige ‘kunst met een knipoog’, die eerder te zien was in Edam, Amstelveen, en de Openbare Bibliotheek in Amsterdam (OBA). In het AMC is boterham met tevredenheid (en spelden), geborduurd landschap met spelden, een stekelig ‘kwalleke’, twee ‘Zonder spelden-kussens’ en andere speldenkussenkunst nog tot begin januari te zien in de vitrines bij collegezaal 4 en 5. Meer info ETC.