Het werk van Roger Raveel is wel ‘Belgische Pop Art’ genoemd. In tegenstelling tot de Amerikaanse Pop Artkunstenaars haalt Raveel zijn inspiratie echter niet uit de hectische wereld van metropolen en commercie. Liever zoekt hij die in zijn eigen omgeving, in het bijzonder zijn eigen tuin in het dorpje Machelen aan de Leie, waar hij al zijn hele leven woont. Het tuinhekje, een karretje, zijn vader - dat zijn Raveels onderwerpen.
Al in de jaren vijftig, de bloeiperiode van Cobra, ontwikkelt hij een heel eigen schilderstijl. In zijn figuratieve taferelen verwerkt hij veelal een geometrisch vlak, liefst een vierkant. ‘Het vierkant is de meest volmaakte vorm die de mens heeft bedacht, het herinnert aan geen enkele vorm uit de natuur’, legt de schilder in een interview uit.
Daarmee baseert Raveel zich op de zichtbare werkelijkheid zonder in de gebruikelijke zin ‘realistisch’ te werken, zoals ‘Tuinmuurtje (…)’ laat zien. Om die reden wordt zijn werk gerekend tot de Nieuwe Figuratie, evenals dat van bijvoorbeeld Reinier Lucassen, Ettiene Elias en Raoul de Keyser. Met de drie laatstgenoemden beschildert hij in de jaren zestig de keldergangen van het kasteel in Beervelde, en gezamenlijk weten ze een hele nieuwe generatie kunstenaars te inspireren.