Het licht kan overdag zó verblindend zijn dat Roderik Henderson (Den Bosch,1965) vaak fotografeert als het gaat schemeren. Pas dan, met het ‘Magic Hour’, zoals ook de titel is van een foto van een naakte vrouw in een hut van golfplaat, worden de dingen zichtbaar. Dit uur wordt ook wel ‘Painter’s Hour’ genoemd. Het is het bij schilders geliefde moment waarop het afnemende licht de omgeving in een blauwe gloed dompelt. Harde contrasten verdwijnen, er komt diepte en stilte in de wereld zoals we die waarnemen. De vrouw licht op door een felle lamp die door het raam een gele rechthoek werpt op het grijze zand. Het lamplicht biedt nauwelijks troost. De vrouw die zich omdraait en ons aankijkt, haar naaktheid in het bouwvallige huisje, het werkt alles vervreemdend. Het doet denken aan een schilderij van Vermeer. Nadat hij zijn opleiding aan de kunstacademie in Den Bosch en de Rijksakademie in Amsterdam in 1992 had voltooid, reisde hij als fotograaf de wereld rond, op zoek naar plekken waar mensen in afzondering van de rest van de wereld leven. Het gaat hem om het begrip ‘thuis’, een thuis in zijn meest elementaire vorm, ontdaan van alles wat overbodig is.
In 1999, toen hij met zijn vrouw op reis was door de Nevada-woestijn in Noord-Amerika, kreeg hij autopech in Cherry Creek, een spookstadje dat bewoond wordt door ongeveer twintig mensen: kluizenaars, voortvluchtigen, Vietnamveteranen. De Hendersons besloten er te blijven en woonden er, met tussenpozen, bijna drie jaar. Zij is in de hut bevallen van hun eerste kind. Hoe afgezonderd Cherry Creek ook mag zijn, de moderne maatschappij is zelfs hier niet ver weg. In de jaren vijftig en zestig zijn er talloze atoombomproeven gedaan, het gebied raakte besmet met radioactief afval en veel mensen werden ziek. Nu wordt de nucleaire testsite opnieuw in gebruik genomen en er komt een opslag voor radioactief afval.