Aanwinst 2010
We zien bloemstukken op een zwarte achtergrond. Kransen en rozetten op kleur samengesteld, met een grote variatie aan bloemen. Sommige zijn al verlept of verdord. En er zitten ongebruikelijke dingen tussen: een witte champignon, een huisjesslak, blauwgrijze schimmel op een zaaddoos.
Piepkleine bloemarrangementen vormen de basis voor grote prints. Het kleinste detail is haarscherp, zo precies dat het iets gekunstelds heeft. De prints roepen zeventiende-eeuwse bloemstillevens in herinnering, en ze lijken ook op grafkransen. Vergankelijkheid is inderdaad een hoofdthema in het werk De Zeeuw die studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Tilburg en de Jan van Eyckacademie in Maastricht. De bloemenkransen en rozetten zijn geïnspireerd op zogenaamde Totenkronen, bruidskronen van zilverdraad, glas en edelstenen die jonggestorven maagden in sommige Europese landen vanaf de 16e tot in de 20e eeuw meekregen in het graf.
Het materiaal voor de bloemenprints vond De Zeeuw op straat in Amsterdam. Weggegooide, vertrapte bloemen, of bloemen die tussen de stenen groeien, en die ze snel moet verwerken. De Zeeuw maakt er composities mee die ze vervolgens scant met de computer. Na het scannen begint het eigenlijke monnikenwerk: het schoonmaken van de scan. Vuil en stof, viezigheid van de straat, haartjes, alles wordt zorgvuldig weggewerkt. Pas wanneer dat voltooid is kan de afdruk worden gemaakt.