Jan Sierhuis is schilder in hart en nieren. Opgroeiend in een onbemiddeld Amsterdams gezin verdiende hij al jong wat bij met de verkoop van talloze zelfgemaakte schilderijtjes en beschilderde tegels. Een hoge productie zou ook in zijn professionele loopbaan een van zijn handelsmerken worden. Sierhuis schildert zo’n veertig tot vijftig doeken per jaar, in felle kleuren en - dat geldt zeker voor zijn vroege werk - met veel verf.
Na de oorlog raakt hij, niet gehinderd door zijn jeugdige leeftijd, bevriend met de leden van de Cobragroep. Hoewel de Cobraschilders hem beïnvloeden, blijven de fantasiewezens uit hun werk in het zijne achterwege. Liever schildert hij vrouwen en gezichten.
Dit portret van Willem Sandberg, twee decennia lang directeur van het Stedelijk Museum, stamt uit 1978. Het was Sandberg die de Cobragroep in 1949 voor het eerst liet exposeren en die Sierhuis’ werk al in een vroeg stadium aankocht. Tegen interviewster Bibeb liet Sierhuis zich twee jaar voor de totstandkoming van het portret ontvallen: ‘Een van de mensen waar ik altijd een waanzinnig goed contact mee heb gehad is Sandberg. Die hoeft geen fratsen te maken, die is zichzelf.’