Eén invalshoek om het oeuvre van schilder Fons Haagmans te duiden is het fundamentele, modernistische vraagstuk van uniciteit en authenticiteit, van serialiteit en reproduceerbaarheid. In veel van Haagmans’ werken speelt de reproductie van een bestaand historisch motief een belangrijke rol. De schilder benadrukt de herhaling van het beeld door het gebruik van zelfgemaakte sjablonen. In essentie is zijn werk figuratief, terwijl zijn onderwerpen veelal stammen uit de wereld van bijgeloof en folklore. Als inspiratie dienen visuele elementen en symbolen uit bijvoorbeeld de middeleeuwse heraldiek, tarotkaarten en de numerologie.
Door sterke formele vereenvoudiging isoleert Haagmans zijn onderwerpen uit hun verhalende geschiedenis, om ze een nieuwe kwaliteit te geven die de oorspronkelijke inhoudelijke associaties overstijgt. Kleurgebruik, compositie en verftoets zijn van groot belang: de geschilderde onderwerpen worden ingebed in hun achtergrond en vormen zo één direct te overzien beeldmotief. Ook Haagmans’ abstracte schilderijen kunnen tot bestaande beeld- en kleurcodes worden herleid. Zo zijn de symbolisch geladen kleurbanen afkomstig uit de heraldiek en allerhande vlaggen.
J.J. Grandville laat goed zien hoe de kunstenaar melancholische historische motieven gebruikt als basis voor een schilderij. De rechtopstaande ezel, met lange broek en sjaaltje, verwijst naar de 19e-eeuwse karikaturist en illustrator J.J. Grandville, die sprookjeswerelden creëerde waarin dieren mensenrollen spelen. Bokkend op zijn achterpoten en met zijn stuurse uitdrukking, is de ezel van Haagmans een volstrekt eigentijds, cartoonesk en speels icoon geworden.