Emiel van Trijffel is Hoofd Onderwijs van de Stichting Opleidingen Muscoloskeletale Therapie (SOMT)
Waarom zou iemand voor de Master Evidence Based Practice in Health Care moeten kiezen?
'Het grote voordeel van de Master Evidence Based Practice is dat je in betrekkelijk korte tijd, na je bachelor op een efficiënte wijze en door heel hard te werken medisch-wetenschappelijk onderzoeker op het niveau van Master of Science kunt worden.'
Dat klinkt serieus. Is het wel een beetje te doen?
'Je zult enige concessies moeten doen wat betreft je werkuren en soms ook concessies in de privésfeer. We hebben maar vijf contacturen in de week, maar daar staat zo’n twintig uur thuisstudie tegenover. Het is twee jaar hard werken, maar wel te overzien.'
En hoe zit het met statistiek?
'Sommige studenten vinden dat in het begin moeilijk inderdaad. Maar door studenten al in een heel vroeg stadium van de studie met hun onderzoek te laten beginnen, wordt de aangeboden kennis direct toegepast. Dat is dé manier om het onder de knie te krijgen.'
Haalt iedereen het in de twee jaar die ervoor staat?
'Op dit moment haalt ruim zestig procent van de studenten de studie in twee jaar en de rest heeft uitloop nodig in verband met het eigen onderzoek. Onderzoek doen vraagt soms meer tijd dan gepland. De uitval is de laatste jaren echter zeer gering. In mijn studiegroep zijn slechts twee studenten uitgevallen omdat ze de studie toch niet konden combineren met andere bezigheden. Studenten stoppen over het algemeen niet met de studie omdat ze het te moeilijk vinden.'
Wat kun je uiteindelijk allemaal met zo’n master?
'Je kunt zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker worden, maar niet iedereen kiest daarvoor. Dankzij de academische vorming ben je breder inzetbaar op de arbeidsmarkt dan dat. Afgestudeerden komen terecht bij de overheid, in het onderwijs of oefenen beleids- of managementfuncties uit. Je kunt natuurlijk ook gewoon terug naar je oorspronkelijke beroepsachtergrond, maar nu als professional in the lead die gebruik maakt van wetenschappelijk onderzoek als basis voor het klinisch handelen. Daarnaast komt ruim een kwart van de afgestudeerden in een wetenschappelijk promotie-traject terecht en circa 60 oud studenten zijn al gepromoveerd.'