Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en die in het verleden een keizersnede hebben gehad. Deze keuzehulp is niet bedoeld voor vrouwen die op medische gronden een reden hebben om opnieuw een keizersnede te krijgen in de huidige zwangerschap.
Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en die in het verleden een keizersnede hebben gehad. Deze keuzehulp is niet bedoeld voor vrouwen die op medische gronden een reden hebben om opnieuw een keizersnede te krijgen in de huidige zwangerschap.
De feitelijke keuze gaat over de manier waarop u wil gaan bevallen: middels het proberen vaginaal te bevallen of middels een geplande keizersnede. Over beide opties vindt u in deze keuzehulp meer informatie.
Het is belangrijk dat u uw besluit goed geïnformeerd maakt. Deze keuzehulp is bedoeld als voorbereiding op het gesprek met de arts of verloskundige dat u hierover gaat hebben. In dat gesprek gaat de arts of verloskundige met u dieper in op wat u belangrijk vindt voor uw aanstaande bevalling en welke manier van bevallen daar het best bij past.
Behandelingen
Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en die in het verleden een keizersnede hebben gehad. Deze keuzehulp is niet bedoeld voor vrouwen die op medische gronden een reden hebben om opnieuw een keizersnede te krijgen in de huidige zwangerschap.
De feitelijke keuze gaat over de manier waarop u wil gaan bevallen: middels het proberen vaginaal te bevallen of middels een geplande keizersnede. Over beide opties vindt u in deze keuzehulp meer informatie.
Het is belangrijk dat u uw besluit goed geïnformeerd maakt. Deze keuzehulp is bedoeld als voorbereiding op het gesprek met de arts of verloskundige dat u hierover gaat hebben. In dat gesprek gaat de arts of verloskundige met u dieper in op wat u belangrijk vindt voor uw aanstaande bevalling en welke manier van bevallen daar het best bij past.
Vaginaal bevallen
De bevalling kan spontaan beginnen of worden ingeleid. Als de bevalling begonnen is, wordt u opgenomen op een verloskamer in het ziekenhuis. Hier worden uw weeën, hartslag en de hartslag van de baby in de gaten gehouden. Deze meting heet ‘CTG’ (cardiotocografie). U krijgt ook een infuus in uw arm. De bevalling wordt begeleid door een verloskundige of een arts. De verloskundige of arts overlegt tijdens uw bevalling zo nodig met de gynaecoloog. Tijdens de bevalling is het mogelijk om pijnstilling te krijgen als u dat wilt.
Als u volledige ontsluiting heeft en kunt gaan persen, is de arts/verloskundige en de verpleegkundige bij u. En natuurlijk de mensen die u er zelf bij wilt hebben. Bij elke bevalling is er een kans op scheuren of inknippen van uw vagina. Enkele uren nadat de baby geboren is en u het beiden goed maakt, kunt u naar huis. Bij ongeveer 75% van de vrouwen die vaginaal probeert te bevallen na een eerdere keizersnede, lukt dit. Bij ongeveer 25% van de vrouwen is alsnog een keizersnede nodig. De kans dat het bij u lukt, is afhankelijk van onder andere of uw bevalling moet worden ingeleid, of u al eens eerder vaginaal bent bevallen, en de reden van uw vorige keizersnede. Redenen om opnieuw een keizersnede te krijgen kunnen zijn:
- Dat de ontsluiting niet verder gaat.
- Dat er twijfel is of het wel goed gaat met de baby.
- Dat er wordt gedacht dat het oude litteken in uw baarmoeder aan het scheuren is.
Het scheuren van het oude baarmoederlitteken komt voor bij ongeveer 5 van de 1000 vrouwen die proberen te bevallen na een keizersnede. Als het litteken scheurt, kan uw baby zuurstoftekort krijgen en kan u teveel bloed verliezen. Er zal dan met spoed alsnog een keizersnede verricht moeten worden. Het is vanaf de buitenkant niet te zien of het litteken aan het scheuren is. De arts of verloskundige gebruikt onder andere het hartritme van de baby en uw weëenpatroon om het risico voor u in te schatten. Als er tijdens de bevalling twijfel is of uw baarmoederlitteken gescheurd is, zal worden geadviseerd om de poging te staken en over te gaan tot een (spoed)keizersnede.
Als tijdens de bevalling de ontsluiting niet goed op gang komt of niet vooruit lijkt te gaan, kan er in overleg met u worden besloten om weeën-opwekkers (oxytocine) per infuus en/of pijnstilling te starten, of om de poging te staken en een keizersnede te doen. Als er tijdens de bevalling twijfel is over de conditie van de baby, zal er in overleg met u worden besloten om de vaginale bevalling te staken en een keizersnede te doen. In sommige gevallen is het mogelijk om een bloedonderzoek bij de baby te doen (middels een klein druppeltje bloed uit de hoofdhuid van de baby) om te weten of de conditie van de baby goed genoeg is om door te gaan met proberen vaginaal te bevallen.
Geplande keizersnede
In Nederland kiest ongeveer 30% van de vrouwen met een eerdere keizersnede voor een herhaalde keizersnede. Deze keizersnede wordt ongeveer een week voor de uitgerekende datum gepland (dus bij ongeveer 39 weken zwangerschap). Soms komt de bevalling eerder op gang dan de datum van de geplande keizersnede. In dat geval wordt de keizersnede vervroegd.
U wordt ’s ochtends opgenomen in het ziekenhuis. Op uw kamer krijgt u alvast een infuus en een operatiejas aan. Er mag één persoon met u mee; uw partner of een ander familielid of vriend. Op de operatiekamer krijgt u een ruggenprik als verdoving (tenzij er redenen zijn om onder algehele narcose te gaan). De operatie wordt verricht door een gynaecoloog en/of een arts-assistent. De snede in uw huid wordt op dezelfde plaats gemaakt als waar uw litteken van de vorige keer zit. De operatie kan langer duren dan de vorige keizersnede, omdat er in uw buik verklevingen kunnen zijn ontstaan.
Als de baby geboren wordt, wordt deze nagekeken door de kinderarts die op de operatiekamer aanwezig is. Hierna komt de baby met uw partner kortdurend bij u tijdens de ingreep. Na verloop van tijd gaat de baby terug naar de kraamafdeling, met uw partner, familielid of vriend.
Na de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer gebracht, waar wordt gecontroleerd of het goed met u gaat na de operatie. Als u hier lang moet verblijven, wordt de baby bij u gebracht. Na de keizersnede blijft u, als alles normaal verloopt, 2 nachten in het ziekenhuis om te kunnen zorgen voor voldoende pijnstilling. Na deze 2 nachten kunt u naar huis. Thuis zult u nog 3 tot 5 weken moeten herstellen van de operatie.
Behandelingen vergelijken
Eerst wordt het gemiddelde beloop vergeleken. Daarna worden opeenvolgend de risico's voor u en de risico's voor uw baby vergeleken.
Gemiddeld beloop
Vaginale bevalling | Geplande keizersnede | |
---|---|---|
Wanneer kan ik weer uit bed | Dezelfde dag | Na 1 dag |
Wanneer kan ik uit het ziekenhuis naar huis | Dezelfde dag | Na 2 dagen |
Wanneer kan ik mijn normale dagelijkse activiteiten uitvoeren | Na 2 tot 3 dagen | Na 3 tot 5 weken |
Wanneer is de baby bij me | Direct na de geboorte | Op de kraamafdeling nadat de operatie is afgerond en u terug komt van de uitslaapkamer. |
Is er kans op schade van mijn bekkenbodem | Ja, u kunt een scheur of een knip krijgen. | Nee |
Kan ik borstvoeding geven | Ja, van alle manieren van bevallen hebben vrouwen na een vaginale bevalling de minste problemen met de borstvoeding. | Ja |
Kan ik hierna nog een keer zwanger worden | Ja, en dan kunt u weer proberen vaginaal te bevallen | Ja, maar we weten niet of het dan veilig is om vaginaal te proberen te bevallen. De kans op een voorliggende placenta en problemen met de ingroei van de placenta in de baarmoederwand nemen toe met elke keizersnede. |
Ook bij een spoedkeizersnede is borstvoeding gewoon mogelijk, maar van alle manieren van bevallen hebben vrouwen na een spoedkeizersnede de meeste problemen met de borstvoeding.
Risico's voor u
Vaginale bevalling | Geplande keizersnede | |
---|---|---|
Scheuren van het baarmoederlitteken | 0,47% | 0,03% |
Teveel bloedverlies waardoor u bloedtransfusie nodig hebt | 0,9% | 1,2% |
Koorts na de bevalling | 6,5% | 7,2% |
Trombose (bloedprop) | 0,04% | 0,1% |
Baarmoederverwijdering | 0,22% | 0,43% |
Overlijden | 0,004% | 0,01% |
Risico's voor uw baby
Vaginale bevalling | Geplande keizersnede | |
---|---|---|
Ademhalingsproblemen kort na geboorte | 3,6% | 4,2% |
Zuurstoftekort | 0,89% | 0,32% |
Overlijden | 0,13% | 0,05% |